Rellen na een voetbalwedstrijd hebben niets met de 'Marokkaanse cultuur' maar alles met 'straatcultuur' te maken. Dat zegt de Nederlandse criminoloog Abdessamad Bouabid, die onderzoek deed naar het verband tussen overlastgevend gedrag en afkomst.
27 november. Marokko wint glansrijk van België met 0-2. Na afloop van de match werden in hartje Brussel door relschoppers wagens en steps vernield; op straat branden vuurtjes. Op sociale media spraken Belgen met Marokkaanse roots zich al snel uit tegen het vandalisme, maar de beelden werden niettemin nadien gretig gedeeld door extreemrechts dat sprak van een 'Marokkanenprobleem'. Ook na de andere wedstrijden die Marokko speelde, en won, volgden gespannen confrontaties tussen de politie en een groep jongeren. Wat de framing natuurlijk niet hielp.
Om meteen met de deur in huis te vallen: kan de Marokkaanse cultuur als verklaring dienen voor het gewelddadig gedrag op straat?
Bouabid: “Neen. Dat valt empirisch gewoonweg niet te bewijzen. Er is geen causaal verband te trekken tussen overlastgevend gedrag en afkomst. Dat heb ik uitvoerig onderzocht in mijn proefschrift, en ik heb niets gevonden. Het feit dat de overgrote meerderheid van een bepaalde gemeenschap zich wél aan de regels houdt, laat zien dat we het moeten zoeken op andere plekken."
Waar komt die focus op ‘Marokkaanse cultuur’ vandaan?
Bouabid: “Dat is een vorm van racisme, gebaseerd op oververtegenwoordiging van mensen van Marokkaanse origine in de criminaliteit. Het is bovendien eigen aan de mens om bang te zijn voor de ander. Wat daarom opvalt, is het verschil in benadering door de politiek. Na de recente rellen in Nederland met jongeren met Marokkaanse roots zei de justitieminister: 'Waar zijn de ouders?' Toen in Urk ook rellen uitbraken, maar dan onder witte Nederlanders, bleef het politiek opvallend stil."
Waarom is het zo belangrijk om niet over de ‘Marokkaanse cultuur’ als oorzaak van de rellen te praten?
Bouabid: “Ten eerste: stigmatisering. Een hele grote groep mensen Marokkanen in België en Nederland is na afloop van zo’n wedstrijd aan de ene kant superblij, maar aan de andere kant zijn ze op hun telefoon aan het kijken om te zien of het fout gaat, en ze zich moeten verantwoorden. Ten tweede: het zorgt voor een verkeerde probleemanalyse, en een verkeerde probleemanalyse zorgt voor verkeerde oplossingen. In die zin is het veelzeggend dat de Belgische minister van Binnenlandse Zaken, Annelies Verlinden, na afloop van de rellen zei dat er meer moet gebeuren op vlak van inburgering. Alsof de relschoppers op een bepaald moment met criminele kenmerken het land zijn binnengekomen.”
Bij Anderlecht-hooligans lukt het blijkbaar wél om het onderscheid te maken.
Wat dient dan wel als valabele verklaring voor het gedrag van die relschoppers?
Bouabid: “Sociaaleconomische factoren: daarvan is het causaal verband wél aangetoond. Verder zijn er theorieën over subculturen: die kijken niet naar de volkscultuur, maar naar de cultuur waarin criminaliteit ontstaat. In dit geval straatcultuur, en daar gelden andere waarden dan in de rest van de samenleving. Straatcultuur is trouwens geen louter Belgisch of Nederlands fenomeen, maar vind je over de hele wereld terug.”
Met een bijbehorende cultuur van verheerlijking van geweld?
Bouabid: "Uit het zicht van de politieke en politionele autoriteiten en het ouderlijk gedrag ontstaat vaak een cultuur waarin geweld, inderdaad, statusverheffend werkt. Op een tram klimmen, stoere dingen uithalen: daarmee laat je als jongere zien: ik ben gevaarlijk en ik ben bijzonder. Dat gedrag zie je trouwens ook bij voetbalsupporters, en in het bijzonder hooligans.”
Wat kan een samenleving doen tegen die verheerlijking van geweld?
Bouabid: “In straatcultuur is jongerenwerk heel belangrijk. Je hebt professionals nodig die toegang hebben tot de personen, en die begrijpen wat er speelt en wat precies nodig is. Dat wordt soms onderschat. Vervolgens moet je inzetten op een integrale samenwerking met deskundigen, en tegelijkertijd gespecialiseerde hulpverlening op maat aanbieden. Want het gaat vaak om jongeren die kampen met een multiproblematiek.”
Rellen voorkomen, kan dat überhaupt?
Bouabid: "Rellen volledig voorkomen kan niet, en al zeker niet als grote mensenmassa’s op de been zijn. Als er mensen zijn die de spanning opzoeken om status te verkrijgen, zal het telkens ontsporen."
Heeft een mensenketting tussen politie en relschoppers enig nut?
Bouabid: "Het is op zijn minst een belangrijk signaal richting de meelopers, die in de verleiding komen om mee te doen. Sommigen schakelen even het morele kompas uit, eenmaal in de anonimiteit van de massa. Het gekke is dat we geen mensenketting vragen van Anderlecht-supporters als de hooligans losgaan. Bij Anderlecht-hooligans lukt het de mensen blijkbaar wél om het onderscheid te maken. Anderlecht-supporters voelen niet de neiging om zich te excuseren voor een radicale subgroep."
Lees meer over: Samenleving , WK , rellen